Neergang

Het definitieve verval van de teutenhandel treedt op in de negentiende en begin twintigste eeuw. Vanaf 1850 werd hun handel in hoog tempo voorbijgesneld door de nieuwe industriële samenleving met haar nieuwe manieren van handel drijven. De Eerste Wereldoorlog betekende door de afsluiting van de Nederlandse grens de economische doodsteek voor de laatste Teuten.

 


Afbeelding van een koperteut - Tijdschrift "SKALK" 1990 - nr. 3 uit Denemarken.

 

Met 225 in 1829 vormden de teuten nog een goede 10% van de actieve bevolking van het Belgische Lommel. Tussen 1850 en 1860 was hun aantal geslonken tot 58 personen en een halve eeuw later bleven er nog negen teuten over.
Het handelsgebied bij uitstek, het platteland, werd meer ontsloten en geürbaniseerd, zodat de goederen door de teut te koop aangeboden steeds makkelijker in de buitenlandse vaste en concurrerende verkooppunten verkrijgbaar werden. De opkomende industrie lokte ook heel wat teuten als arbeidskrachten. Slechts enkelen bleven de handel trouw en zetten moderne handelsondernemingen op.